D & J in Australië

Onze weblog

Archive for maart, 2007

Grote Trip door de Outback! Deel 1

Vanaf Port Augusta begon onze lange grote trip door de outback beginnen. Dit is het laatste stadje voor de outback en zijn hier naar het outback information centre gereden. We hoorden van veel mensen dat de outback best gevaarlijk kon zijn en je daarom veel voorzorgsmaatregelen moest nemen. We hadden daarom extra eten en water ingekocht ( elk 20 liter). We vroegen ook daar of we extra benzine mee moesten voor het geval we niet genoeg tankstations onderweg tegenkomen. Was totaal niet nodig. De langste weg die we gereden hebben in de outback was ongeveer 270 km, niks dus. En ze vertelde ons ook dat we vooral niet moesten stoppen als er een auto langs de weg met pech stond. Ook melden bij de politie dat we de outback in gingen was niet nodig. Harry hadden we al laten checken in de garage in Adelaide en hadden afgesproken dat hij ons de komende tijd niet in de steek zou laten…

We hebben 2 dagen op een camping gestaan in Port Augusta naast een football club. Hier zijn we savonds dan ook even wezen kijken en hebben hier gezellig een biertje gedronken met een paar ouwe locals. Savonds moesten we om half 10 terug zijn op de camping omdat het hek dichtging, en om precies 12 uur was Dennis jarig dus hebben we even flink gefeest in de tent op de muziek van onze mobieltjes.. 
De volgende dag was het dan zover, de grote trip door de outback kon beginnen. Sochtends om 8 uur reden we weg uit Port Augusta totdat we in de haven opeens 5 dolfijnen uit het water zagen springen. Wij snel terug gereden, de steiger opgelopen en vanaf hier hebben we ze van dichtbij kunnen zien. Af en toe sprong er 1 ver uit water uit en sloeg dan met zijn staart op het water. Een man naast ons vertelde dat ze dat doen om de vissen te laten schrikken, zodat ze bewusteloos raken en vervolgens opgegeten kunnen worden…

Na dit spectakel gezien te hebben kon de reis eindelijk beginnen. De eerste paar kilometers vanaf Port augusta waren regenachtig met veel wind en vooral erg koud, dus niet echt wat je van de outback verwacht. Na ongeveer een uur begon het droger te worden en het werd ook wat warmer buiten. Het landschap werd steeds vlakker en er was steeds minder te zien links en rechts van de weg. Het viel ons op dat alles best groen was nog, veel struiken en planten langs de weg en dus niet echt het woestijn idee. Ook de weg liep niet zoals op foto’s alleen maar recht door maar kwamen juist veel bochten tegen ( dit doen ze misschien ook om je wakker te houden). Maar over het algemeen is er gewoon niks te zien dan alleen maar land wat uren hetzelfde blijft. Af en toe kwam er een auto tegemoet rijden of moesten we een Roadtrain inhalen ( 55 meter lang) en dat was ook alles.

Coober Pedy

Na ongeveer 7 uur gereden te hebben en aardig wat kramp in de kuiten stopten we bij het stadje Coober Pedy. Coober Pedy is een stad met ongeveer 5000 inwoners midden in de outback. Dit stadje staat alleen maar bekend om zijn opaal. Veel gelukszoekers uit heel australie komen hierheen om in de mijnen te werken op zoek naar opaal. 1 keer in de zoveel jaar vind er wel iemand een grote waarde aan opaal. Een klompje goed helder blauw opaal kan toch al een paar ton waard zijn.
Maar het mooiste van Coober Pedy is dat iedereen ( meeste mensen) hier onder de grond leven ( kan er soms boven de 50 graden zijn). Het is echt een mysterieus stadje als je er overdag doorheen loopt. Je ziet niemand op straat, (af en toe een dronken Aborginal alleen) meeste winkels zijn dicht, echt een uitgestorven stadje.
Wij hebben hier uiteraard ook in een hostel geslapen onder de grond ( 15 meter). Dit hostel is vroeger een opaalmijn geweest, hebben er niks gevonden en hebben er toen van de gangen in de mijn kamers gemaakt. De temperatuur hier onder de grond blijft ook altijd rond de 24 graden dus hebben het snachts niet koud gehad.
Andere plekken die we in Coober Pedy bezocht hebben zijn de Golf Course. Deze golfbaan ligt in een dal van een berg en is helemaal vlak gemaakt. Er ligt alleen geen gras maar zand. Naast de golf course zat een ondergrondse pottebakkerij waar we even gekeken hebben. Deze man maakte alle potten zelf onder de grond en had een eigen souvenierswinkeltje erbij waar hij alles verkocht.
Hierna zijn we nog naar een ondergrondse kerk geweest, opalshop bezocht en hebben daarna een mijntour gedaan, de old miner. Dit is vroeger een opaalmijn geweest en op sommige stukken in de mijn hebben ze nog grote stukken opaal in de rots laten zitten met een geschatte waarde van 50.000 dollar. En misschien zit er nog wel meer achter dus wij dachten gelijk van, sluit de tent en haal alles er uit!! $$$$
We hebben hier ook kunnen zien hoe de mensen die hier vroeger werkte, leefde en woonde onder de grond. Woonkamer, slaapkamer, badkamer, alles was nog precies hetzelfde. Daarna hebben we zelf nog gezocht naar opaal op een berg en ook wat gevonden! Dus wij dachten kassa…maar volgens de man van de opaalshop was het stukje maar 3 dollar waard..helaas!
Ook had Coober Pedy deze dag een jarige job. Dennis werd deze dag 26 dus daar moest een biertje op gedronken worden. Hebben savonds pizza gegeten en daarna een paar biertjes gedronken in een hotel met een bar onder de grond off course!

Uluru en Kings Canyon

Voordat we Coober Pedy uitreden zijn we vervolgens eerst naar de breakaways gereden, ongeveer 30 km de outback in. Hier hebben we mooie witte en gele bergen gezien. Ook hebben er hier het Dingo Fence gezien. Dit is een hek wat van west tot oost Australie is aangelegd om dingo en honden af te schermen van het boerenland en vee.
De volgende stop was de Uluru, engelse naam Ayers Rock. Dit is een hele grote oranje rots midden in de outback. We moesten hiervoor wel eerst 700 km rijden en de benzineprijzen werden langzamerhand steeds hoger, soms wel 1,75 per liter ( normaal 1,15). De weg naar de Uluru werd steeds rustiger en het landschap werd ook steeds meer rood. Dit is in de loop der jaren zo ontstaan door regen wat in het steen is gaan zitten en is gaan roesten door de zon.
Het viel ons op dat we op deze weg toch nog best veel dieren tegenkwamen in het wild. Koeien die opeens de weg overlopen, wilde paarden, kamelen. Ook stonden er geregeld reptielen langs de weg dus dan was het gelijk op de rem en even kijken. Je ziet heel veel Thorny Devils op de weg staan ( Stekelachtige Oranje met gele rug). Schijnt dat ze bloed uit hun ogen kunnen spuiten om vliegen te vangen. Wij snel foto’s gemaakt maar 5 min later reed een vrachtwagen over hem heen…
Een uur later kwamen we een Ghoanna van bijna 2 meter lang tegen die langs de weg stond. Echt een beest van TV die je nu eindelijk in het echt ziet. We zijn hem een stuk gevolgd ( wisten toen niet of die gevaarlijk was) en hebben een filmpje kunnen maken. Heel mooi beest!
Voor de rest hebben we veel grote roofvogels langs de weg gezien die vaak van dode dieren zoals kangaroo’s aan het eten waren. Veel australische mensen waarschuwde ons voor de vele kangaroo’s in de outback…hebben er geen 1 gezien….
Rond 6 uur savonds kwamen we aan bij de Uluru. Hier zaten al hele groepen mensen op stoelen te wachten om over ongeveer 2 uurtjes foto’s te kunnen maken. Met zonsondergang en zonsopgang schijn de rots het mooiste te zijn omdat hij dan veranderd van kleur. We zijn toen naar de rots gereden en was van dichtbij echt gigantisch groot. In het midden van de rots was een soort van klein meertje met wat palmbomen. We hebben savonds wat foto’s gemaakt en zijn toen doorgereden naar een tankstation ( Road House) waar we gratis konden kamperen.

De volgende dag zijn we weer vroeg ons bed uitgegaan en zijn gereden richting Kings Canyon. Dit is ook een grote berg midden in de outback maar anders dan de Uluru. Deze berg heeft verschillende lagen steen, eeen beetje Thaise stijl, sommige stukken lijken op tempels. Hier hebben we een walking track gedaan van 3 uur door de berg. We hadden hier gelukkig onze vliegennet bij ons, want zonder hadden we het niet overleefd. Soms zaten er wel 40 a 50 op je lichaam. Na een uur liepen we een stuk naar beneden en kwamen we uit bij een klein meertje ( soort Oase) met palmbomen en mooie vogels. Je kon hier ook zwemmen maar dat hebben we niet gedaan. Veel mensen bezoeken vaak alleen de Uluru maar de Kings Canyon was toch zeker wel veel mooier.

Hierna zijn we de auto ingestapt en wilden dezelfde avond nog in Alice Springs aankomen. Veel wegen daar in de outback hebben floot ways, dus sommige stukken weg lagen liggen lager. Na avonds 2 uur in het donker te hebben gereden ( met 70 km per uur) kwamen we aan in Alice Springs. Hier hoorden we een dag later dat de weg die we gister hadden gereden helemaal onder water stond door hevige regen. Hebben we toch weer even geluk gehad…

6 comments

Adelaide en een wijntje in de Barossa

Adelaide, de stad waar niet iedereen over te spreken is in Australie.. Al veel verhalen kregen we te horen dat het hier saai en uitgestorven is. Maar toch stond deze saaie stad op onze planning. We konden er niet omheen, Jeffrey zijn vader is hier namelijk opgegroeid en we wilden natuurlijk even zien waar dat dan wel niet was..

Adelaide is toch een stad waar zo’n 1.5 miljoen mensen wonen, je zou dan denken dat er toch wel wat te beleven valt. Gelukkg was dat ook wel het geval. De maand maart is namelijk de maand om in Adelaide te zijn, volop festivals en evenementen. We hadden dus geluk.

De eerste dag hebben een hostel gevonden en zijn we de stad gaan verkennen. De stad was levendig en heel gezellig. Alle terassen zaten vol, iedereen zat lekker te eten of gewoon gezellig een drankje te drinken. Ook liep de hele stad vol met 8000 politie en brandweermannen, deze mensen waren hier voor de 2007 World Police & Fire Games. Het 1 na grootste sport evenement van de wereld, alleen de olypische spelen is groter.  Onze eerste indruk was dan ook gelijk heel goed, hoe kwam iedereen er toch biij dat het saai en uitgestorven was in Adelaide dachten we gelijk.

Na een half uurtje door het centrum gelopen te hebben liepen we tegen het eerste festival aan. We hadden geen idee wat voor festival het was, dus maar even een kijkje nemen. De entree was gratis dus we konden zo het festival terrein op lopen. Dit bleek het Fringe Festival te zijn. Hier hadden we wel wat over gelezen in de lonely planet, maar toch hadden we nog geen idee wat we konden verwachten. Het Fringe festival is geen muziek feest zoals wij gewend zijn in Nederland, maar het festival staat vol met acts van clowns, acrobaten en andere voorstellingen. We hier de hele avond doorgebacht, we zaten lekker Hollands aan de Heineken en Amstel en genoten van alle optredens.

Nadat we een aantal clowns en wat acrobaten hadden gezien, wilden we toch nog even het nacht leven in. Wij dus opzoek naar een club in het centrum. Bij een stoplicht spreken we de eerste beste jonge man aan en vragen waar we het beste naar toe kunnen gaan. Hij vertelde ons 2 goede clubs om naar toe te gaan, maar we moesten wel eerst onze flipflops omwisselen voor schoenen, anders zouden we niet binnen komen.

De nacht was weer gezellig en lang. Dat hebben de volgende dag geweten ook. Nadat we eindelijk ons bed uitkwamen en een pakje melk in de supermarkt gekocht hadden (Iets wat een dagelijks ritueel is geworden) zijn we opzoek gegaan naar werk. Ja, er moet ook gewerkt worden in Australie. We hadden gelezen dat Adelaide de plek is om druiven te plukken. Wij dus de harvest guide ingedoken opzoek naar telefoonnummers. Na heel veel heen en weer gebeld te hebben met boeren uit alle streken in de omgeving kwamen we tot de conclusie dat het niet ging lukken in Adelaide. Alle druiven waren namelijk al geplukt, het plukseizoen was weer over.

Nadat onze zoektocht naar werk mislukt was zaten we natuurlijk nog wel met onze kater. We dachten dat een beetje frisse lucht van de zee ons wel goed zou doen. Wij met de tram naar het strand in Glenelg. Het strand ligt ongeveer 30 min van het centrum met de tram. Glenelg is een gezellig klein plaatsje met allemaal leuke terrasjes. Maar daar hadden we op het moment niet echt zin in. We zijn naar het strand gelopen en hebben daar een beetje lopen hangen. We hadden elkaar deze dag niet veel te vertellen, je kan wel zeggen dat we echt 2 dooie lullen waren. Maar goed, voor alles is een oplossing. Dennis stelde voor om toch maar een biertje te gaan pakken op het terras. Dus wij een mooi plekje gevonden in de zon en toch maar weer dat ene biertje besteld. Het ging toen nog niet allemaal van harte, maar snel vrolijkte we een beetje op. We kregen wat aanspraak met wat locals uit Adelaide en al snel zat de hele tafel vol met mensen. De biertjes werden weer in een goed tempo gehaald en een uurtje of 3 later kregen we de vraag of niet met al die locals wilden stappen die avond. En ja wie ons een beetje kent…….. Daar zeggen wij natuurlijk geen nee tegen.

Het was die avond sint patricks day. 1 of ander ierse feestdag, wij dus met de hele groep naar een ierse pub. De hele straat was daar afgezet en er was een live band aan het optreden. We namen nog maar een paar biertjes en kletste er lekker op los. Daarna zijn we met een taxi naar het Fringe festival gegaan, waar een tent genaamd Soco was neergezet met erg goede house muziek, denk dat onze utrechtse vrienden en vriendinnen dit ook wel leuk hadden gevonden ;) …Hier hebben we een tijdje genoten van een erg goed DJ. De rest van de avond hebben ze ons de leukere pubs en clubs van de stad laten zien. Rond 6 uur lagen we weer in bed. Deze dag was een goed voorbeeld hoe een te saaie dag kan veranderen in een dag die we niet snel meer vergeten. En dat allemaal door dat ene biertje….!!

De volgende dag hebben we onze was gedaan en lekker rustig aan gedaan. Dennis heeft een filmpie gekeken en Jeffrey heeft zijn mail gelezen en een verslag bij gewerkt. De volgende dag wilden we vertrekken uit adelaide, maar in de ochtend bedachten we ons ineens dat Harry wel eens nagekeken mocht worden. Hij moet immers de komende weken de outback door. Wij dus gelijk naar de Kmart garage opgezocht en een afspraak gemaakt voor een safety check. Een safety check kost niks hier, ze controleren alleen ofdat ze auto veilig genoeg is om de weg op te gaan. En als er mankementen zijn dan vragen ze je of je wilt dat het mankement gemaakt word. De volgende ochtend konden we pas terecht voor de check. Wij dus maar weer een nacht bijgeboekt, maar wel in een ander hostel, want we waren al gereed en uitgechecked om te vertrekken uit Adelaide. Deze dag moest dus maar weer gevuld worden, we besloten om ons maar een keer te verwennen in chinatown. Hier hebben we voor 6 dollar ons bord vol mogen gooien met allemaal lekker chinees eten. ’s avonds heeft Jeffrey zijn lievie in Nederland gebeld en Dennis is het terras opgegaan met Jo.

De laatste dag in Adelaide moesten we wachten totdat Harry gecontroleerd was. We hebben om de tijd op te vullen 2 fietsen gehuurd. Nou ja gehuurd, de eerste 2 uur kan je de fietst voor niks meenemen. Dus we hebben 2 uur lang gefiets langs een rivier in Adelaide. Na 2 uur hebben de we de fietsen weer terug gebracht en zijn we Harry op gaan halen bij de Kmart. Gelukkig kregen we te horen dat Harry niks ernstig mankeert, de banden waren wel aan het slijten, maar tot aan Darwin moest dat geen probleem zijn. Wij waren weer opgelucht en we konden onze reis weer voortzetten. De barossa valley was onze volgende stop. Anders dan de meeste mensen ons vertelde vonden wij Adelaide een hele leuke en gezellige stad.

Barossa Valley
De barossa valley is een heel bekend gebied in Australie, dit gebied staat bekend om zijn wijn. 200 jaar geleden hebben duiste imigranten hier de wijn vally opgezet. Wijnkenners schijnen nog al gek te zijn van de wijn die gemaakt word in de Barossa. Wij vonden het daarom zeker de moeite waard om dit gebied te gaan bezoeken. We zijn beide geen wijn kenners, Jeffrey is meer een lief hebber van wijn dan Dennis, maar we zijn in Australie om alles te doen wat er in ons opkomt. Dus wij hebben daar dan ook maar gelijk een wijntour geboekt.

Na het boeken van de tour zijn we naar een whispering wall gereden. We hadden gehoord dat dit een muur zou zijn waar je op een afstand van rond de 140 meter gewoon nog met elkaar kon praten. Nou dit was dus waar. De whispering wall is een grote dam en we konden daar op een afstand van 140 meter gewoon met elkaar praten. Het leek wel of er een microfoon met een box ergens hing. Jeffrey stond aan het einde van de dam en Dennis bij het begin. We hebben daar even een flinke discussie gehad, alles was zo duidelijk te horen.

De volgende ochtend werden we opgehaald vanaf de kamping waar wij verbleven. We zaten in een mooie space wagon met airco. De tourguide was een Aussie met duits bloed en samen met ons zat er nog een pools getrouwd ouder stel in de auto. Zij woonde wel al een geruime tijd in Australie, maar het poolse accent waren ze nog niet kwijt geraakt. De tour begon met een ritje door het gebied. We kregen de verschillende wijngaarden te zien en de tourguide vertelde ons wat over de history van de Barossa. De gehele dag zou gevuld worden met 5 verschillende wijnproeverijen. Rond een uurtje of 10 in de ochtend kwamen we aan bij de eerste wijnproeverij. Hier kregen wij wat informatie over de wijngaard en de history van de gaard. En toen werd dan eindelijk de wijn ingeschonken, we begonnen met een lichte champagne. Iedereen weet wel dat je bij wijnproeven de wijn uitspugt in een bak. Maar aangezien wij geen echte wijnkenners zijn hebben we alles maar geproefd en genoten van de wijn zoals het hoord ;) …. Witte wijn, Rode wijn, rose en champagne… Van alles mochten we proeven wat we wilde. Onze tourguide ging maar zijn krantje lezen omdat wij maar aan de bar stonden en alles wilde proeven. We doen zo’n tour maar 1 keer dus we wilde van alle wijnen alles weten natuurlijk. Hoe smaken ze, droog of zoet, heeft de wijn een frutig smaakje of juist helemaal niet en hoe is de nasmaak van de wijn. Allemaal belangrijke punten als jullie een keer gaan wijnproeven, maar goed na 5 wijnproeverijen was het ons allemaal niet meer helemaal duidelijk, en alles smaakte voor ons gevoel heel ok. De beste die we wel kunnen herinneren is de wijn van de Gibson winery. De rose en de witte zijn ons het beste bijgebleven. Rond een uurtje of 5 heeft onze tour guide ons afgezet bij de kamping. We zijn weer een ervaring rijker. Nu denken jullie natuurlijk die 2 zijn in de tent gaan liggen en in slaap gevallen. Dat was niet het geval, nadat we lekker voor de tent gerelaxed hadden zijn we beide 30 min hard gaan lopen.

Vanaf hier gaan we verder richting het noorden. Port Augusta gaat onze volgende stop worden.

Foto’s van Adelaide
Foto’s van de Barossa Valley

1 comment

Trip van Melbourne naar Adelaide

Teruggekomen in Melbourne na ons mooie avontuur in Tasmanie wilden we hier aanvankelijk voor een wat langere tijd werk gaan zoeken. Melbourne is namelijk een grote stad, met veel inwoners, en veel werk dus maar heeft ook 4 seizoenen. In maart begint de winter daar en het begon al wat kouder te worden. Lange broeken, truien en geitenwollensokken hebben we niet bij ons en willen alleen maar lekker weer in australie natuurlijk, dus besloten daarom verder te reizen richting Adelaide. Hier hebben we als eerst de Great Ocean Road gedaan.

Great ocean road 

De great ocean road is naast de stad Melbourne een erg toeristische plek. De weg staat bekend als 1 van de mooitste kustwegen van de wereld. Vanaf Melbourne was het ongeveer 1,5 uur rijden naar Geelong, een stad net voor de great ocean road. Vanaf hier loopt de weg ongeveer 400 km direct langs de kust, soms door bergen en 10 min later weer in een stuk regenwoud. Na ongeveer 30 km te hebben gereden op de weg zijn we gestopt in Lorne. Hier hebben we bij het informatie centre geinformeerd over de camping places in het gebied, en kregen te horen dat er een aantal campings om de hoek waren en free bush campings 20 km landinwaarts. Gaan altijd voor ‘gratis’ natuurlijk dus 15 min rijden door het bos en hier hebben we gecampeerd op een afgelegen plek in het bos. Hier kon je niet met de auto komen dus moesten eerst een paar honderd meter lopen met alle spullen en op de plek zelf was geen drinkwater, alleen een toilet dus heel primitief allemaal. We waren hier trouwens ook niet alleen maar om ons heen stonden 15 a 20 tentjes van schoolkinderen die op schoolkamp waren. Deze dag hebben we ook nog een stuk door het regenwoud gelopen vlakbij de Erskine Falls, een grote waterval. Vanaf daar hebben we ongeveer 2 km langs een riviertje gelopen. Hier kregen we pas echt het gevoel dat we in regenwoud liepen door de geur van de bomen, afgebroken boomstammen overal en rotsen waar je over heen moest klimmen. Dit was ook echt een stuk bos waar weleens wat slangetjes konden zitten maar jammergenoeg niks tegengekomen..

Volgende dag werden we sochtends om 8 uur  wakker van die schoolkinderen die al op t punt stonden het bos weer in te gaan. Hebben toen snel de tent afgebroken, alle spullen ingeladen en terug naar Lorne gereden waar we een lekkere warme douche genomen hebben naast in informatie centre ( ja moet af en toe ook gebeuren).
Vanaf hier kon onze trip over de B100 ( wat zeggie) weer beginnen. De man van het informatie centre vertelde ons dat nog geen 10 km van Lorne bij de Kenneth River Koala beertjes te zien waren. Hier zijn we dus gestopt en moesten hier een stuk een berg op lopen. En daar zaten ze hoor in witte eucalyptis bomen. We hebben er ongeveer 15 gezien, de meeste heel hoog in de bomen. Zijn hele leuke beesten om te zien maar ook de saaiste op de wereld want ze het enigste wat ze doen is slapen de hele dag. We hebben er 1 van dichtbij in een boompje kunnen spotten, dus hebben snel wat foto’s van dichtbij. Wilden hem nog voeren met een blaadje maar moesten uitkijken dat hij ons niet pakte met zn scherpe klauwen!

Vanaf Lorne zijn we verder gaan rijden en kwamen we uiteindelijk in Otway National Park. Dit national park bestaat alleen maar uit regenwoud in het gebied ten noorden van de great ocean road. In het regenseizoen zijn hier een paar mooie stukken regenwoud en watervallen te zien. Maar door de droogte in Australie was er voor ons weinig te zien. En watervallen kunnen we zo langzamerhand dromen dus besloten verder te rijden richting de ‘Twelve Apostels’ waar de great ocean road bekend om staat. Op de weg daarnaartoe reden we eerst langs de Gibson Steps. Dit is een stuk kust, rotswand wat heel steil omhoog loopt ( 60 meter). Beneden heb je een verlaten lang stuk strand en in zee 2 grote stukken rots, waarvan 1 in de vorm van een schoen en 1 in de vorm van een zeilboot. Hier hebben we dus even een strandwandeling gemaakt. Echt heel mooi om dit van dichtbij te zien, vooral omdat ze zo groot zijn. 

Vanaf hier reden we niet echt meer langs de kust maar ging de weg meer landinwaarts. Na een half uurtje rijden kwamen we bij de Twelve Apostels. Dit waren vroeger 12 grote rotsen die in de loop van de jaren zijn gevormd door de zee en wind en steeds verder afbraken. We hebben ze geteld maar kwamen maar tot de 11. We hebben hier een paar mooie foto’s kunnen maken, al werd dat steeds moeilijker met tientallen chinezen die voor je gaan staan.
Hierna hebben we de rest van de great ocean road gedaan met een aantal beroemde rotsen zoals the Arch en de London Bridge. Volgens de kaart waren dit de laatste stops op de great ocean road. Nog geen 50 km verder had je echter nog mooiere rotsen in de zee en veel beter uitzicht over het strand. Hier was geen toerist te bekennen en nergens hekken dus hebben hier tot ver de rots op kunnen lopen waardoor we het hele strand over konden kijken. Al met al dus veel kilometers gereden op 1 dag maar erg veel nieuw natuur gezien, weer een mooie roadtrip!
Het begon al een beetje donker te worden dus zijn bij het eerstvolgende stadje ( Warnabool) gestopt en hebben daar gecampeerd op een camping. Hier hebben we savonds voor het eerst een poging gedaan om hard te gaan lopen langs het strand, en niet slecht voor de 1e keer. Dus gaan proberen dat in het vervolg meer te doen om een beetje sportief bezig te zijn hier, voordat we echt een australische buidel krijgen!

Grampians

Vanaf de great ocean road zijn we 600 km naar boven gereden naar het Grampians National park. Na 5 uur gereden te hebben en vrij weinig gezien te hebben onderweg kwamen we aan in het national park. We hebben hier een aantal korte walking tracks over de bergen met af en toe prachtig uitzicht over het land. Ook zijn we een stuk het bos in gelopen waar we volgens het informatie centre een mooie grote waterval van 25 meter hoog konden verwachten. Na een half uur lopen kwamen we aan bij de waterval maar meer dan 3 druppels kwam er niet meer uit. Naarmate we verder het park inreden zagen we dat grote stukken bos helemaal afgebrand waren. Dit is een jaar geleden gebeurd door een blikseminslag en je kon nu nog steeds de brandlucht ruiken. Veel bomen begonnen wel al weer verder te groeien en groener te worden.
We zijn toen verder het park ingereden en zijn gestopt bij de Balconies. Veel rotsen in dit park hebben een rare vorm maar dit was wel 1 van de uitschieters. Dit is een rots in de vorm van een drakenkop of grote hand. Twee stukken rots hangen boven elkaar en daar kon je tussen gaan staan. Vanaf deze rots had je ook mooi uitzicht over het national park. Het schijnt dat er al diverse mensen naar beneden zijn gevallen in het verleden, dus het was af en toe wel even uitkijken op de gladde slippertjes…

Vervolgens zijn we verder richting noorden gereden, waar we onderweg nog wat mooie lookout points hebben kunnen zien en een mooie waterval. Op deze weg hebben we ook de meeste kangaroo’s tot nu toe gezien in Australie. Op deze weg met bijna alleen maar vlak land stonden wel tientallen kangaroo’s in groepen bij elkaar met af en toe een struisvogel ertussen. Zijn op een gegeven moment gestopt bij een groep en hebben hier staan toeteren. Een stuk of 40 a 50 kangaroo’s begonnen gelijk in een rij achter elkaar weg te huppelen. Was wel mooi om te zien en hebben hier een filmpie van gemaakt.

Het was al 6 uur dus moesten hier op zoek naar een free camping place. Op de kaart stonden wel een paar gratis bush camping places. Dus wij bij de eerstvolgende de afslag genomen en na een paar km kwamen we aan bij een klein meertje en een stukje land. Niemand voor de rest te zien. We hebben hier de tent op moeten zetten zonder haringen omdat de grond een en al rots was. Dus een paar zware stenen in de tent gelegd en de waterboxen in de hoek gezet en maar hopen op geen regen en wind. Tot 1 uur snachts ging het goed maar daarna heeft het de hele nacht keihard geregend en gestormd. Aangezien de tent niet gemaakt is voor regen en wind was na 10 min was de tent veranderd in een binnenbad dus hebben deze nacht voor de 2e keer in de auto moeten slapen..

Bridgewater

De volgende dag stond ons weer een flinke reis van 600 km te wachten richting Adelaide. Voor Adelaide zijn we gestopt in het dorpje Bridgewater. Hier staat nog steeds op de Honeysucklegrove het huis van de Verkuyltjes. De verkuyltjes hebben hier in de jaren 50 en 60 gewoond voor 8 jaar en het huis staat er nog steeds. Het huis (nr 18) is op een heuvel gebouwd met daarachter een stuk bos. Aan de overkant woont een italiaanse vrouw die er in die tijd ook woonde, maar die was deze dag niet thuis dus hebben we jammergenoeg niet mee kunnen praten. Bridgewater is echt een klein dorpje en voor de rest was er weinig te zien in de straat maar was zeker leuk om even gezien te hebben.

Op naar Adelaide…..

Foto’s van de Great Ocean Road
Foto’s van de Grampians
Foto’s van Bridgewater

No comments

12 dagen Tazzie!

De afgelopen 12 dagen hebben we doorgebracht op Tasmanie. Tasmanie is een eiland wat onder Australie ligt en iets groter is dan Nederland. Vooraf hadden we niet gepland hierheen te gaan maar hoorde van verschillende mensen dat het zeker de moeite waard is en je er vooral erg veel natuur hebt. Tasmanie was een stuk land wat vroeger aan Australie vastzat.

We zouden savonds om 9 uur met de boot gaan varen en om 7 uur sochtends aankomen in Devenport, een havenstad in het noorden van Tasmanie. We hadden dus een lange reis van 10 uur voor de boeg! Op de boot had je wat restaurantjes, winkeltjes, Barretjes, een speelzaal en er werden savonds wat films uitgezonden. We hadden alleen geen eigen bed dus hebben snachts op een bank gelegen met ons dekentje, wat niet echt comfortabel lag! En ook voor Harry hadden we natuurlijk een plek op de boot gereserveerd.
Mensen op de boot vertelde ons dat de zee tussen australie en Tasmanie 1 van de wildste en de ruigste in de wereld is, maar hebben hier gelukkig weinig van gemerkt!

In Devenport zijn we eerst naar een toerist information center gegaan en hebben daar wat informatie meegenomen over de natuurparken die er zijn, campingplekken en welke mooie walking tracks er te doen zijn. We besloten hier om eerst de langs de westkust van Tasmanie te rijden en als eerste te stoppen in Burnie, een dorpje aan zee. Hier hebben we in een recordtijd onze tent opgezet op een camping omdat we helemaal gek werden van een vliegenplaag.
Overdag zijn we een stuk het binnenland ingereden en hebben hier een cheesefactory bezocht. Hier hebben we genoten van 25 verschillende soorten kaas en wat stukjes brie. Heel lekker allemaal en konden het lunchen voor vandaag dus overslaan. Maar ons eigen hollands Gouda kaas blijft toch wel het lekkerst.
Savonds zijn we nog even naar een pinguin conversation center gereden waar 2 vrouwen ons vertelde dat we vanavond 200 op het strand konden verwachten. We hebben daar ongeveer 2 uur staan wachten met een zaklamp en hebben wel 3 pinguins kunnen zien! Dat was dus wel even de moeite waard.

De volgende dag zijn we een groot stuk naar beneden gereden naar Cradle Mountain. Dit gebied heeft een van de grootste bergen van Tasmanie. Overdag hebben we hier een walking track gedaan van 2uur langs ronnie creek, en hebben hier door bergen gelopen en een klein stukje regenwoud met een mooie waterval. Aan het eind van de rit, ongeveer op 700 meter hoogte, stopte het pad bij een groot meer. Hier hebben we even uitgerust en ondertussen erg mooie foto’s van kunnen maken.
Savonds hebben we hier ook onze eerste Tasmanian Devil gezien bij onze tent. We probeerde hem met wat koekjes dichterbij te krijgen, maar hij was binnen 10 seconde weg waardoor we geen foto hebben kunnen maken. Wel hebben we savonds bezoek gehad van veel possums, soort van donkergetinte eekhoorns, die onze grote zak pasta gestolen hadden uit onze bak. Daders zijn nog steeds spoorloos..

Mijntour
De 2e dag zijn we verder doorgereden naar het zuiden en zijn we gestopt bij Queenstown. Dit is een dorpje midden in een gebied waar veel mijnen liggen. We besloten de dag erna dus een mijntour te doen in een koppermijn, waar ze nog steeds dagelijks koper, silver en goud uit halen. Hier hebben we een rondleiding gehad van Douggie, een oude gepensioneerde man die zn hele leven in de mijn had gewerkt. We kregen een paar regenlaarzen aan, een geel vest en een echte bouwhelm met lamp, en zijn toen ongeveer 7 km de berg in gereden. Hier hebben we kunnen zien hoe ze gaten boren in de berg en dan de grote rotsblokken met een grote dikke ijzerenboor breken. Dit gaat 24 uur per dag, 7 dagen door, en hopen ze op een grote goudvonst. Ook wij dachten een klompje goud te hebben gevonden maar dit bleek achteraf kopper te zijn, een grondstof wat op goud lijkt..jammer! ( Hoorden een paar dagen later op het nieuws dat in dezelfde mijn een gedeelte van de berg was ingestort!)
Eind van de dag zijn we nog naar de Nelsons Falls wezen kijken. We liepen eerst 20 min door een stuk jungle en kwamen uiteindelijk aan bij een mooie grote waterval. Erg mooi!

Volgende dag zijn we doorgereden naar Mount Field National Park. Dit is een groot gebergte met veel jungle en erg veel flora en fauna. We hebben hier de Russel Falls gezien (ja weer een waterval) maar toch weer heel anders. Door deze waterval stroomde minder water door de droogte. Hierna zijn we doorgelopen naar een stuk bos met tall trees. Dit zijn hele hoge bomen en kunnen soms wel 80 a 90 meter hoog worden. Ook zijn veel van deze bomen afgebroken of omgevallen en verbaasden ons soms hoe groot zo’n boom aan de binnenkant kan zijn. We hebben foto’s gemaakt in de holte van een boom waardoor de verhouding te zien is.
Na de tall trees te hebben gezien zijn we 13 km met de auto de berg opgereden. Naarmate we hoger waren begon het steeds mistiger te worden (door wolken) en uiteindelijk kwamen we uit bij een groot helder meer met bos eromheen. Hier zijn we omheen gelopen, erg koud maar heel mooi en best raar zo’n groot meer op zo’n hoogte.

Hobart en Port Arthur

Het weekend hadden we gepland om naar Hobart te gaan, de hoofdstad van Tasmanie in het zuiden. Hier hebben we 2 dagen verbleven in een hostel en hebben we hier wat van het uitgaansleven geproefd. Dit was echter niet zoals we gewend waren in Nederland. Kwa alles lopen de Tasmaanse mensen een beetje achter op de rest van Australie hebben we gemerkt.
Op zaterdagochtend zijn we daarom vroeg onze bed uitgerold en naar de markt gegaan in de haven van Hobart. Dit schijnt 1 van de grootste en populairste markten in heel de wereld te zijn. Er werd hier vooral veel eten verkocht (vis), maar ook echte Nederlandse poffertjes. Toen we verder de markt opliepen kwamen we langs diverse kraampjes waar nieuwe en oude spullen verkocht werden. Een gezellige markt, ongeveer net zoals de koninginnemarkt in Utrecht, maar dan zonder bier.

Na het weekend besloten we door te rijden naar het Oosten en hier Port Arthur te bezoeken. Dit is vroeger een streng bewaakte gevangenis geweest waar criminelen uit Engeland naartoe gestuurd werden. Port Arthur zelf was een soort dorp, waar de bewoners en de veoordeelden gescheiden leefden. Er was een kerk, een jeugdgevangenis (jongste ooit was 8 jaar) een gewone gevangenis, en een ziekenhuis, etc. Helaas was de gevangenis ongeveer 100 jaar geleden voor de helft afgebrand, maar veel stukken steen en kamers zijn toch nog heel gebleven. Maar toch een leuk stukje historie gezien in Australie ( zie je niet veel namelijk). 10 jaar geleden vond daar ook een massamoord plaats. Een gestoorde vent begon hier opeens in het wilderweg te schieten op groepen bezoekers en inwoners.

We waren nu in het zuiden en wilden via de weg langs de oostkust omhoog rijden. Deze kust staat bekend om het duiken maar vooral ook om de mooie stranden. Hier hebben we Wineglass Bay gezien, een baai in de vorm van een wijnglas. Hebben hiervoor een uur een berg op moeten lopen, maar hadden perfect uitzicht over het strand. Hierna hebben we op 2 andere kleinere baaien gelopen, o.a Honeymoonbay. We hebben hier 2 dagen gekampeerd langs het strand en de 1e dag begon het heel stevig te waaien waardoor onze tent door de wind helemaal plat lag. Later begon de wind te liggen, en het zeewater was stil waardoor we erg mooie foto’s van de zonsondergang hebben kunnen maken.
Iets verder naar het noorden bevond zich de Bay of Fires. Dit is een lang strand en heeft zn naam te danken aan de rode kleur die op de rotsen zit. Van dichtbij lijkt het net of de rotsen met rood krijt zijn ingekleurd. Heel apart.

Vanaf de Oostkust zijn we doorgereden naar Launcheston waar we 1 dag in een hostel hebben gezeten. Bij het informatiepunt hier hadden we onze bootticket voor de terugweg naar M’bourne geboekt. Volgende dag zijn we richting Devenport gereden en zijn hier gestopt bij Mole Creek. Hier hebben we een excursie gedaan in een druipgrot (cave). In een groep werden we begeleid door een gids die ons rondleidde door allerlei verschillende gangen. Als de lampen uit waren zag je geen hand voor ogen en de temperatuur in de grot was zo’n 9 graden! Iets te koud voor een korte broek dus… De foto’s zijn wat donker maar zeker goed gelukt..
Savonds hebben we genoten van een Domino Pizza en om 8uur savonds vertrok de boot weer vanaf Devenport naar M’bourne…weer wat anders dan alleen maar natuur gezien te hebben…

Foto’s

 

8 comments