Archive for the 'Australie' Category
Port Douglas tot Airlie Beach
Het was weer zover, na 3 weken als 2 bananen boeren geleefd te hebben was het weer tijd om verder te reizen. De vieze werk kleren hebben we weer ver opgeborgen in de kofferbak van Harry en we hadden alweer zat plannen voor de komende weken. Port Douglas zou nu onze volgende bestemming worden, dit kleine stadje 80 km ten noorden van Cairns staat bekend als vakantie oord voor mensen met genoeg geld in de portomonee. Gelukkig was onze portomonee goed gevuld na al dat bananenwerk!! Gelukkig voor ons is Port Douglas alleen maar een tussenstop voor Cape Trib.
Op onze weg richting Port Douglas zouden we de Mossman Gorge tegenkomen. Hier hebben we dus een stop gemaakt om deze gorge te bezoeken. Deze gorge was echt gigantisch. Super helder water wat over grote granite rotsen heen denderd. De hele gorge is omringt door een regenwoud. Nadat we via een touwbrug over de mossman rivier zijn gegaan hebben we een wandeltocht van een uur gemaakt door het regenwoud. En nog steeds, ook na 5 maanden blijft het indrukwekkend om daar te lopen!!
Port Douglas was onze tussenstop voordat we door zouden reizen naar Cape Tribulation, hier hebben we dan ook maar 1 nachtje doorgebracht.
De volgende ochtend zijn we vertrokken naar Cape Tribulation. Om hier te komen moesten we met een pondje een rivier oversteken. Dit stadje ligt midden in het Daintree Nationaal park. Cape Tribulation is de plaats waar het rainforest kennis maakt met de zee. Alle stranden in het nationaal park zijn omringt door prachtige stukken regenwoud. Helaas is zwemmen bij deze stranden niet mogelijk. De zee zit hier vol met kwallen, en niet zomaar kwallen, maar deze zijn echt heel dodelijk. Langs alle stranden staan hier dan ook kannen met amonia. Mocht je in aanraking komen met deze kwal dan kan je misschien je leven nog redden door amonia over de beet te gieten. Maar ook dan is de kans klein dat je het ziekenhuis zal redden. Wij hebben dat risico dus ook maar niet genomen en zijn veilig op de stranden gebleven. De nacht hebben we doorgebracht in een hostel omringt door het regenwoud. De volgende ochtend hebben we nog een swimming hole bezocht en zijn daarna begonnen aan onze terug reis naar Cairns.
In Cairns stond er weer een onderhouds beurtje voor Harry op de planning. De afspraak bij K-Mart hadden we al eerder gemaakt we hoeften Harry alleen nog maar even langs te brengen. Gelukkig was alles redelijk ok. Natuurlijk had Harry wel wat mankementjes, maar ja hij word ook een daggie ouder. De komende weken wilden we meerdere tours gaan doen, en we hoorde dat je het beste alle tours in 1 keer kan boeken. Dit zou ons een hoop geld schelen. Wij dus naar de tour operators om de beste aanbieding te vinden. We wilde duiken op het Great Barrier Reef, zeilen langs de whitsunday eilanden en een tour op fraser eiland zagen we ook wel zitten. Na een uurtje of 4 onderhandelen met de verschillende mensen zijn we tot een deal gekomen met Tribal travel. Alles wat we wilden en nog meer leuke dingen zaten in ons pakket, en dat alles voor een leuk prijsje. De volgende ochtend zouden we al opgehaald worden voor een dagje duiken op het reef.
Het great barrier reef, ook wel het grootst levende wezen op de aarde genoemd. Ruim 3000 verschillende riffen en 900 eilanden, en dat allemaal uitgestrekt over een gebied van 2600 km. Iets waar we al heel lang naar toe leefde. Om 7 uur werden we opgehaald voor dan eindelijk in dag duiken op het reef. We hadden de duik tour geboekt op de boot Haba. Deze boot ligt in Port douglas, hier zou het koraal beter en mooier zijn dan in Cairns.
Op de boot aangekomen kregen we eerst een welkoms en veiligheids toespraak van een hele vriendelijke nederlandse man. Wel in het engels uiteraard, maar wel met een te erg nederlands accent. Was wel mooi om te horen. Daarna werd het papier werk geregeld en de stinger suits werden uitgedeeld. De stinger suits moet iedereen verplicht dragen in verband met alle kwallen die daar rond zwemmen.
Na ongeveer 1 uur op de boot gevaren te hebben konden we dan onze eerste duik maken op het reef. De eerste duik locatie was bij het Opal Reef genaamd Bashful Bommie en de 2e duik was op de locatie 2 tone.
Natuurlijk was het allemaal weer prachtig en het gevoel van het duiken was dan ook snel weer terug. Het was trouwens de eerste keer dat wij samen een duik maakte. We moesten dicht bij elkaar blijven want we waren elkaars buddies. Dus als er wat mis gaat zouden we elkaar moeten helpen. Gelukkig was dit niet nodig. We mochten in deze duiken weer genieten van een mooie Whitetip Reef shark die op de bodem van de zee rond zwom en al het geweldig mooie koraal. Deze dag was erg geslaagd want we hebben eindelijk gedoken op het Great Barrier Reef!!!
Na het duiken zijn we terug gegaan naar Cairns, hier hebben we nog 1 nachtje overnacht en zijn toen aan onze rit naar het zuiden begonnen. We hebben op onze weg naar Townsville nog een bezoek gebracht aan de builders gorge en de Josephine falls. Op de foto’s kunnen jullie kijken hoe mooi het was, maar dit waren zeker 2 locaties die we niet zullen vergeten. Bij de Josephine falls hebben we nog lekker een uurtje gezwommen en van de granite rotsen af gegleden.
De nacht hebben we doorgebracht in Townsville, hier hebben we niet veel gedaan. We kwamen laat aan en de volgende ochtend wilden we vroeg vertrekken. Dus meer dan een paar biertje tijdens de FA cup finale kwamen we niet. In Airlie Beach hebben we 3 dagen groot feest gehad. Onze kamer was wel in voor een glaasje wijn, dus we begonnen elke dag al vroeg aan de wijn. Overdag konden we lekker bijkomen bij de lagoon midden in het stadje. Gelukkig stond na die 3 dagen de whitsunday trip op de planning, anders had ons zwaar verdiende geld zo op geweest!!
No commentsHet is niet altijd rozengeur en Bananenschijn
Waar gewerkt word worden bananen gemaakt, dat is iets waar we wel achter zijn gekomen de afgelopen 3 weken. Het was inderdaad weer zover, na de grote trip door de outback en vele feestjes was het weer eens tijd om de bananen uit de mouwen te steken.
De eerste week in Cairns hebben gezocht naar werk. We zijn de vele uitzendbureau’s afgelopen en kregen al snel het gevoel dat we het daar niet moesten zoeken. Vele uitzendbureau’s zijn aangesloten bij het Australian Goverment en wij als backpacker konden daar helaas niet reageren op baantjes. We kregen wel wat adressen van uitzendbureau’s waar we wel voor zouden kunnen werken. Maar ook daar schoten we niet veel mee op. Het werk in de bouw was er bijna niet op dat moment en voor werk in een restaurant moest je een blue card hebben. Deze blue card konden we opzich wel halen, maar ook dat was natuurlijk niet voor niks. 80 dollar en een dag in een klaslokaal zitten. Maar ook dan hadden we nog geen garantie voor werk. Daar hebben we toen niet voor gekozen. Het leek er vanaf dit moment op dat alle wegen naar de fruitbomen leidde.
Stappen in Cairns was natuurlijk wel iets wat we niet konden laten lopen, het geld raakte dan wel heel snel op. Maar s’avond even een biertje pakken en lekker sociaal doen in de vele kroegen hoord er gewoon bij in een stad als Cairns. Door al dat sociale gedoe in de kroegen kwamen we in contact met een local uit Cairns. Na een biertje en wat geouwehoer kregen we van deze aardige jongen een telefoonnummer van een hostel in Innisfail, we zouden via dit hostel gegarandeerd kunnen werken op een bananenboerderij.
De volgende ochtend hebben we nog even goed nagedacht over dat bananenwerk. Maar ja we zaten toch echt krap bij banaan. En aangezien werk zoeken in Cairns hetzelfde was als een banaan zoeken in een hooiberg, besloten we dus maar om de tassen weer in te pakken en het bananenpad te kiezen, op naar Innisfail, de plaats waar ons bananen avontuur zal beginnen.
Na het weekend hebben we Harry weer klaargemaakt om te vertrekken naar Innisfail. Na een rit van ruim een uur door een betoverd landschap kwamen we aan in Innisfail. Innisfail is een klein dorpje wat voornamelijk leeft van de bananen en de grote suiker velden. Hier zouden we dus echt wel goed moeten zitten voor werk. Wij dus gelijk maar opzoek naar het hostel waar we een paar dagen eerder een telefoonnummer van hadden gekregen. Deze was zo gevonden, de eerste straat waar we inreden vonden we het hostel al. Helaas kregen we al vrij snel een “nee” te horen. Niet omdat er geen werk was, maar omdat er schijnbaar nog veel meer backpackers hetzelfde idee hadden als ons. Het hostel was gewoon vol. Gelukkig kregen we van de vriendelijke ierse vrouw te horen dat er nog een hostel was in het dorpje. Wij dus met volle moed daarheen gereden.
Het hostel waar we nu aankwamen heet de Walkabout. We zijn gelijk maar het kantoortje in gelopen en kwamen daar de eigenaar tegen. George heet deze vriendelijk man. We vertelde de man dat we opzoek waren naar werk, en kregen gelukkig een heel simpel antwoord van hem. “Dan zijn jullie aan het juiste adres”. Hij beloofde ons aan het werk te krijgen op een bananen boederij. George is de eigenaar van 2 hostels in Innisfail. Na een cycloon ruim een jaar geleden waren zijn hostels niet meer wat het was. De wc, douches, keuken en het kantoor waren met de grond gelijk gemaakt. Ook zijn 2e hostel heeft toen heel veel schade opgelopen. Na een jaar renoveren heeft George zijn 2e hostel “Retreat” weer kunnen openen. Alles was hier opgeknapt en klaar om alle backpackers weer te kunnen ontvangen. Zijn eerste en grootste hostel had nog steeds veel schade en de wc, douches en zijn kantoor waren te vinden in tijdelijke containers. Om die reden heeft George ons naar zijn 2e hostel gestuurd. Wij zouden de komende 3 weken in het hostel “Retreat” doorbrengen.
Na een korte rondleiding door het stadje (waar nog steeds heel veel schade was naar de cycloon) heeft George ons naar de Retreat gebracht. Het hostel zag er echt heel goed uit. Geen luxe, maar allemaal netjes en een zwembad in de tuin was natuurlijk iets wat we wel lekker vonden. Omdat het gehele hostel aan het werk was zijn wij maar eerst de stad gaan verkennen. Werk kleren hadden we nog uit onze peren tijd. Ook hebben we deze dag onze eerste Australische bankrekening geopend.
Terug in het hostel zagen we onze hostel genootjes voor het eerst. Ze zaten met z’n alle lekker een biertje te drinken op de stoep voor het hostel. We zagen ook gelijk wel wat voor werk ons te wachten stond de komende 3 weken. Het leken wel een stel straat kinderen die al weken niet gedouched hadden. Het had wel wat, achter de vermoeide gezichten was iedereen toch heel erg vrolijk, waarschijnlijk deed dat biertje en een gezellig gesprek ieder heel erg goed.
Onze kamer voor de komende 3 weken was gevuld met 1 ierse, 3 engelse, 2 japanse en 2 canadese dames. Altijd even afwachten natuurlijk hoe iedereen is, maar we hebben echt een hoop lol gehad met deze dames. Verder was iedereen in het hostel heel erg aardig. We voelde ons gelijk thuis en dat was wel belangrijk voor ons, we moesten daar toch 3 weken blijven.
Dezelfde avond kwam George ons al melden dat we de volgende dag konden beginnen. Wij waren natuurlijk helemaal blij. Dat was nog sneller dan dat hij ons beloofd had. Geen woorden maar bananen, en daar houden wij wel van. Wij hebben ons papier werk die avond allemaal inorde gemaakt, de laatste puntjes op de banaan gezet en waren helemaal klaar om de volgende dag te werken in de bananen. Na een paar biertjes hebben we ons bed gezocht om een banaantje te knappen.
De eerste 2 weken hebben we allebei op andere boederijen gewerkt, hier een paar voorbeelden van het werk wat we verricht hebben. We willen niet al teveel bananen vuil maken aan dit werk dus we houden het kort:
Bananen taken:
Cutting:
De eerste 2 dagen mocht Dennis aan de lopende band staan. Alle bananen moesten afgesneden worden in trosjes van 7 bananen. Ook moesten alle ongeschikte bananen, bananen met een rottende plek of wat dan ook er uit gepikt worden.
Dieselen:
Wat wil dat zeggen, nou gewoon de gehele dag tussen de bananen bomen lopen en met een soort van injectie pistool alle overbodige afgekapte bananenboomjes vol spuiten met diesel en/of kerosine. We hebben beide dit werk mogen doen en zijn weer een ervaring rijker. Onze kleren waren aan het eind van de dag helemaal vies van de diesel dus was het lekker een uur in de bananen stinken.
Hanging:
Dit werk hebben we beide gedaan, Dennis 2 weken gedaan en Jeffrey 1 week. De laatste week hebben dit werk samen kunnen doen. Wat houd “Hanging” precies in? De gehele dag door worden er trossen bananen binnen gereden op grote trailers. Al deze trossen moesten worden opgehangen aan een rails,en om elke meter moest er een bananen tros worden opgehangen. We hadden een vrouwelijke supervisor die alles in de gaten hield en werd er niet vrolijker op als we 1 haak oversloegen. Haar motto was elke minuut van de dag: gaan met die banaan!!
Delieving:
Dit werk hield in: de bananenbomen onderhouden door verotte takken af te snijden. Jeffrey mocht dit 4 dagen doen, wat niet verkeerd was, want het werk was heel simpel. Het was uren lang per dag tussen de bananenbomen lopen in de hete zon, maar het voordeel was dat je muziek kon luisteren en je wat relaxter aan kon doen af en toe zonder dat iemand je in de gaten hield.
Humping the Bananas:
Dit is wel 1 van de zwaarste baantjes die er te vinden zijn in de bananen. Eentje hakt rustig de boom om en de ander vangt de bananentros op op zijn schouder. De trossen varieren tussen de 50 en 80 kilo. Vervolgens loop je met de tros bananen op je nek naar de trailer die soms 20 meter verderop staat. Vaak ligt er regenwater op de plastic zakken die over de trossen hangen, maar dit bestaat dus ook vaak uit rattenpis, lekker! Onderweg is het niet makkelijk lopen omdat je veel gaten in de grond hebt of soms een spinneweb inloopt van 4 meter breed. De 2e dag werden de trossen even te zwaar voor Jeffrey en door zijn rug is gegaan. Na 4 dagen zo krom als een banaan gelopen te hebben was dit dus ook gelijk het einde van het humpen.
Na 3 weken gewerkt te hebben besloten we te stoppen en hier hoort natuurlijk een feestje bij! De laatste vrijdagavond hebben we daarom nog een hele gezellige mexican party mee kunnen maken met alle mensen uit het hostel. Iedereen had mexicaanse kleding aan en ook de tequilla kon natuurlijk niet ontbreken.
Crocodil Farm
We zijn dit weekend nog in het hostel gebleven en hebben op de zaterdag de Crocodil Farm in Innisfail bezocht. Dit is de grootste farm te zijn in Aussie waar de meeste krokodillen gefokt worden. We kregen hier als groep een rondleiding door 3 farmers, en liepen langs diverse tuinen waar de krokdillen vervolgens gevoerd werden met stukken vlees. De grootste en dikste krokodil op de farm was ‘Gregory’ van 5,4 meter lang. De saltwater crocodiles zijn veel agressiever dan de freshwater crocodiles en vallen mensen veel sneller aan. Bij de mannelijke krokodillen is er ook een onderlinge strijd over de vrouwtjes. Op de farm ligt een klein meertje waar 12 vrouwelijke krokodillen leven en 1 mannetje…lucky bastard! Op de terugweg hebben we ook nog honderden kleine krokodilletjes gezien die daar gefokt worden in grote barakken.
Hier hebben we ook de mogelijkheid gehad om zelf een krokodil vast te houden, echt heel raar! Ook slangen en reptielen hebben we in ons handen gehad. Krokodilletjes zijn hele lieve diertjes om vast te houden, maar ook lekker om opgegeten te worden. Als toetje van de dag hebben we daarom voor het eerst krokodil gegeten…erg lekker!
Op de maandag zijn vertrokken uit Innisfail en vanaf dit moment zullen we de laatste 6 weekjes relax doorbrengen in Australie, en veel leuke dingen gaan doen aan de Oostkust!
1 ding is zeker….na bananenregen komt zonneschijn….
5 commentsTripje door de outback deel 2!
Alice springs, ook wel rode stad genoemd, was de eerstvolgende grote stad die we tegenkwamen op de grote weg richting het noorden ( Darwin). Als je op de kaart kijkt zie je dat Alice Springs precies in het midden van Australie ligt. We zijn hier 5 dagen gebleven, waarvan 3 dagen in het hostel Annie’s Place. Dit hostel lag net iets buiten het centrum maar was elke avond volbepakt met backpackers. We konden hier savonds in de bar eten voor 5 dollar ( grote maaltijd) en het bier was er ook er goedkoop! Erg belangrijk natuurlijk. Het hostel had een eigen kroeg waar we wat mensen ontmoet hebben ( vooral Nederlanders en 1 duits meisje:) Savonds gingen we dan met zn allen naar het centrum waar je 2 leuke kroegen had, de Bojangles en Melanka’s. In Bojangles konden de mensen thuis ons via de webcam live in de kroeg zien staan en zelfs bier voor ons bestellen!! Om 12 uur ging het dicht en ging iedereen naar Melanka’s. Hier hebben we het tot in de latere uurtjes gezellig gehad…
Vanaf Alice Springs stond ons weer een flinke reis van 1500 km te wachten naar de noordelijke stad Darwin. Na 500 km gereden te hebben zijn we gestopt in het dorpje Tennant Creek. Dit is een dorp waar veel aborginals wonen. Werken doen ze niet want ze zitten de hele dag met elkaar langs de weg op het gras met een biertje. Voor de rest zijn ze niet lastig ofzo. Toen we voor een supermarkt wat aan het eten waren kwamen we in gesprek met een oude aborginal zonder tanden die onze tourgids wel wilden worden de komende tijd. Dit hebben we helaas af moeten wijzen.
In Tennant Creek hebben we gecampeerd op een Bush Camping. Hier stonden we met onze tent bij een boer en er was ook een apart gedeelte met hutten waar andere groepen backpackers overnachte. Op de farm hadden we echt het gevoel dat we in de outback zaten. Het landschap was rood met een paar groene bomen, er stond een klein windmolentje op de boerderij en om de boerderij was een hek gebouwd wat half uit elkaar viel. We vroegen aan de boer of we hier nog wat slangen of andere dieren konden verwachten. Hij vertelde ons dat hij een nacht ervoor nog bezoek had gehad van een brown snake in zijn caravan ( dodelijke slang ). Savonds zaten we voor de tent en hoorde we alleen het gegil van een meisje die op de wc zat terwijl er een groene kikker in haar nek sprong…..
Op de weg richting Darwin kwamen we langs de weg en op de weg weer veel wilde dieren tegen zoals koeien en buffels. Maar wat we hier vooral veel in het lanschap zagen waren grote rode termietenholen. Dit waren soms echt zandtorens van een paar meter hoog. We vroegen ons daarom ook af hoelang die termieten daar wel niet mee bezig zijn geweest!!
Net voorbij Tennant Creek zijn we gestopt bij een nationaal park, Devils Marbles en hebben hier voor het eerst grote spinnen gezien. Dit nationaal bestaat alleen maar uit grote rode rotsblokken die soms in de gekste vormen op elkaar liggen. Tussen die rotsen heb je bomen waar het helemaal vol zit met spinnen van 10 cm dik. We schrokken ons daarom ook kapot omdat je het web ook niet zag. Later hoorde we dat het geen giftige spinnen waren gelukkig.
Met een paar spinnen in ons onderbroek zijn we doorgereden en gestopt in Katherine. Hier hebben we op een camping gestaan naast een Nederlanders stel die we al eerder ontmoet hadden in Coober Pedy. Zij waren al 10 maanden aan het reizen vanaf Nederland via azie naar Australie…dus daar hebben we savonds gezellig een biertje mee gedronken en mooie verhalen over azie gehoord…
Katherine Gorge
De volgende dag stond de Katherine Gorge op het programma. Dit is een nationaal park op ongeveer 30 km van dit stadje. Hier zijn we gestart met lopen door wat bossen en kwamen langs allerlei riviertjes die allemaal vol water stonden. April is namelijk het einde van het regenseizoen. Na ongeveer 2 uur gelopen te hebben kwamen we uit op het topje van een berg en hadden vanaf hier supermooi uitzicht over de rivier beneden. Echt typisch een rivier zoals je die verwacht van een tropisch gebied en waar ook aardig wat krokodillen te vinden zijn. Maar onze walking track was nog niet afgelopen. Als laatste hebben we hier nog gezwommen in een kleine gorge met een mooie grote waterval. Er was hier niemand te bekennen en op het eerste gezicht zaten we even te twijfelen of er erin zouden gaan, maar het water was superhelder dus hebben hier even een uurtje gezwommen. Daarna hebben we op onze slippertjes via allerlei grote rotsen en boomstammen weer een terugweg gevonden richting auto.
Darwin, Litchfield Nationaal Park en Kakadu
De volgende dag stond Darwin op het programma. Ook van Darwin hadden we vooraf niet veel verwachtingen. Het was echter een hele leuke gezellige stad en zaten in een hostel waar we pas echt het vakantiegevoel kregen. We hadden een eigen zwembadje, bubbelbad, barretje en elke dag 35 graden…wat wil je nog meer…
Na een week lekker gerelaxt te hebben zijn we naar Litchfield nationaal park gereden 100 km onder Darwin. Hier hebben we veel mooie (grote) watervallen gezien, waar we ook konden zwemmen, waterholes noemen ze het hier. Sommige waren gesloten ivm met het regenseizoen. Al na 30 km konden we stoppen bij een waterhole die open was. Op het parkeerterrein zagen we al mensen in hun zwembroek lopen dus wij snel omgekleed en via een stuk bos ernaartoe gelopen. Hier zagen we een waterhole die we nog nooit eerder gezien hadden en die je in Nederland misschien alleen in center parcs ziet. Het was 1 lange wildwaterbaan met tussendoor swimmingholes waar je gewoon kon zwemmen. We hebben hier ook nog een groot groen reptiel gezien die wat dorst had en op ons af kwam terwijl we in het water zaten. Het was ook gelijk een attractie dus iedereen stond om hem heen en maakte foto’s dus hij was ook zo weer de bosjes in.
Dezelfde dag nog zijn we teruggegaan naar het hostel in Darwin. We sliepen hier trouwens een week lang met Tom, een man van 40 a 50 uit Adelaide, op de kamer. Snachts liet ie scheten in zn slaap en 1 keer zat hij snachts in zijn kamer met de bijbel in zijn hand. We kwamen net terug van een avond stappen en hij wilde ons overtuigen dat god bestaat. Hij had allemaal folders meegenomen met groot op de voorkant, Remember It’s TRUE en hij begon zelfs voor ons stukken uit de bijbel voor te lezen. Wij waren natuurlijk heel erg geinteresseerd! Daarna begon hij te bidden en te prezen voor ons en begon een taal te spreken waar we nog nooit van gehoord hadden. Hij ook niet…dat waren de woorden van god zei hij…haha. Maar voor de rest een aardige vent. Toen hij weg was had hij op elk bed een folder neergelegd met de tekst It’s True en hij had zelfs naar ons gezocht in de kroeg..die Tom….
Na 10 dagen in Darwin gezeten te hebben was het hoog tijd om weer verder te reizen. Ten oosten van Darwin ligt het grootste nationaal park van Australie, Kakadu National Park. Ongeveer 100 km voor dit park stopten we bij de Adelaide River. Hier hebben we een crocodil jumping tour gedaan op een boot door de rivier. De gids op de boot had een emmer vol met vlees bij zich en hing dit aan een lange ijzeren stok. Ze gooiden het stuk vlees in het water en begon een btj te spelen met de krokodil totdat ie helemaal uit het water sprong en het vlees pakte. De krokodillen reageerden trouwens heel erg sloom en lui maar dat komt waarschijnlijk omdat ze elke dag weinig hoeven te doen voor hun eten! Wat je ook veel ziet langs de rivier zijn grote roofvogels die alsmaar zitten te azen op het vlees wat aan die stok hing. De gids hing een stuk vlees aan de stok aan de zijkant van de boot, gaf gas en je zag zo’n grote witte roofvogel uit de boom komen en met zn grote vleugels naar de boot vliegen en pakte in 1 sec het vlees. We hadden toen eigenlijk gehoopt dat die krokodil dan weer die roofvogel zou pakken maar dat zie je alleen in tekenfilms.
Vervolgens zijn we het Kakadu Nat.park ingereden en zagen toen al snel dat de meesten rivieren en watervallen gesloten waren ivm teveel regen of te hoge waterstand. Je hebt hier de Jim Jim waterval, grootste van Australie die de grond doet trillen als je erbij staat. Dit hebben we helaas niet kunnen meemaken. We zijn nog wel naar een lookout point gelopen wat uitzicht gaf op een groot gedeelte van het park. Ook hebben we gekampeerd hier op een bush camping. Hier stonden ook veel aborginals waarvan de meesten al om 18.00 dronken waren. Savonds moesten we daarom de tent en de auto goed dichthouden en onderling hadden ze ook steeds een btj ruzie. Savonds kwam er nog wel een vrouwelijke aborginal bij ons zitten dronken die even haar hele leven vertelden aan ons, en zo blij was dat haar 3e man haar eindelijk niet sloeg.
Vanaf Kakadu zijn we via dezelfde weg weer terug gereden naar beneden en hebben hier in Katherine weer op dezelfde camping gestaan ( voor de 2x gratis) Na 18.00 aankomen en de volgende dag weggaan bespaard een hoop geld. Sochtends om 9 uur zaten we weer op de snelweg waardoor we de hele dag kilometers konden maken. Toen het na 7 uurtjes rijden steeds donkerder werd hebben we gekampeerd bij Threeways roadhouse, de splitsing van de weg naar het noorden, zuiden of oosten van Australie. In de volgende 2 dagen richting oostkust ( Cairns) hebben we in totaal bijna 2000 km afgelegd. Toen we net Queensland inreden ( waar je opeens 110km mag rijden ipv 130km) zijn we nog even gezellig van de weg gehaald door een highway police omdat we iets te snel reden ( 147km). Serious offence, serious offence zei die de hele tijd dus hadden een hoge penalty verwacht, maar dat viel allemaal wel mee. Hebben we ook weer meegemaakt!
De dag erna zijn we een beetje van de route afgeweken en hebben bij het stadje Cloncurry een andere weg gepakt richting Cairns. Op deze weg kwamen we nog minder auto’s tegen en vaak bestond de snelweg maar uit 1 weghelft waardoor we altijd moesten stoppen en aan de kant moesten voor vrachtwagens. Op deze weg kwamen we ook de grootste en breedste roadtrains tegen die vaak alletwee de weghelften bezette waardoor en maar 60 km per uur reden. Erg lullig als je daar uren lang achter moet rijden! Na 14 uur rijden ( 1200 km) had Harry zijn werk weer gedaan voor de dag en kwamen in het donker aan in de stad Cairns. Omdat ons geld op was zouden we hier op zoek moeten gaan naar werk……
No comments
Grote Trip door de Outback! Deel 1
Vanaf Port Augusta begon onze lange grote trip door de outback beginnen. Dit is het laatste stadje voor de outback en zijn hier naar het outback information centre gereden. We hoorden van veel mensen dat de outback best gevaarlijk kon zijn en je daarom veel voorzorgsmaatregelen moest nemen. We hadden daarom extra eten en water ingekocht ( elk 20 liter). We vroegen ook daar of we extra benzine mee moesten voor het geval we niet genoeg tankstations onderweg tegenkomen. Was totaal niet nodig. De langste weg die we gereden hebben in de outback was ongeveer 270 km, niks dus. En ze vertelde ons ook dat we vooral niet moesten stoppen als er een auto langs de weg met pech stond. Ook melden bij de politie dat we de outback in gingen was niet nodig. Harry hadden we al laten checken in de garage in Adelaide en hadden afgesproken dat hij ons de komende tijd niet in de steek zou laten…
We hebben 2 dagen op een camping gestaan in Port Augusta naast een football club. Hier zijn we savonds dan ook even wezen kijken en hebben hier gezellig een biertje gedronken met een paar ouwe locals. Savonds moesten we om half 10 terug zijn op de camping omdat het hek dichtging, en om precies 12 uur was Dennis jarig dus hebben we even flink gefeest in de tent op de muziek van onze mobieltjes..
De volgende dag was het dan zover, de grote trip door de outback kon beginnen. Sochtends om 8 uur reden we weg uit Port Augusta totdat we in de haven opeens 5 dolfijnen uit het water zagen springen. Wij snel terug gereden, de steiger opgelopen en vanaf hier hebben we ze van dichtbij kunnen zien. Af en toe sprong er 1 ver uit water uit en sloeg dan met zijn staart op het water. Een man naast ons vertelde dat ze dat doen om de vissen te laten schrikken, zodat ze bewusteloos raken en vervolgens opgegeten kunnen worden…
Na dit spectakel gezien te hebben kon de reis eindelijk beginnen. De eerste paar kilometers vanaf Port augusta waren regenachtig met veel wind en vooral erg koud, dus niet echt wat je van de outback verwacht. Na ongeveer een uur begon het droger te worden en het werd ook wat warmer buiten. Het landschap werd steeds vlakker en er was steeds minder te zien links en rechts van de weg. Het viel ons op dat alles best groen was nog, veel struiken en planten langs de weg en dus niet echt het woestijn idee. Ook de weg liep niet zoals op foto’s alleen maar recht door maar kwamen juist veel bochten tegen ( dit doen ze misschien ook om je wakker te houden). Maar over het algemeen is er gewoon niks te zien dan alleen maar land wat uren hetzelfde blijft. Af en toe kwam er een auto tegemoet rijden of moesten we een Roadtrain inhalen ( 55 meter lang) en dat was ook alles.
Coober Pedy
Na ongeveer 7 uur gereden te hebben en aardig wat kramp in de kuiten stopten we bij het stadje Coober Pedy. Coober Pedy is een stad met ongeveer 5000 inwoners midden in de outback. Dit stadje staat alleen maar bekend om zijn opaal. Veel gelukszoekers uit heel australie komen hierheen om in de mijnen te werken op zoek naar opaal. 1 keer in de zoveel jaar vind er wel iemand een grote waarde aan opaal. Een klompje goed helder blauw opaal kan toch al een paar ton waard zijn.
Maar het mooiste van Coober Pedy is dat iedereen ( meeste mensen) hier onder de grond leven ( kan er soms boven de 50 graden zijn). Het is echt een mysterieus stadje als je er overdag doorheen loopt. Je ziet niemand op straat, (af en toe een dronken Aborginal alleen) meeste winkels zijn dicht, echt een uitgestorven stadje.
Wij hebben hier uiteraard ook in een hostel geslapen onder de grond ( 15 meter). Dit hostel is vroeger een opaalmijn geweest, hebben er niks gevonden en hebben er toen van de gangen in de mijn kamers gemaakt. De temperatuur hier onder de grond blijft ook altijd rond de 24 graden dus hebben het snachts niet koud gehad.
Andere plekken die we in Coober Pedy bezocht hebben zijn de Golf Course. Deze golfbaan ligt in een dal van een berg en is helemaal vlak gemaakt. Er ligt alleen geen gras maar zand. Naast de golf course zat een ondergrondse pottebakkerij waar we even gekeken hebben. Deze man maakte alle potten zelf onder de grond en had een eigen souvenierswinkeltje erbij waar hij alles verkocht.
Hierna zijn we nog naar een ondergrondse kerk geweest, opalshop bezocht en hebben daarna een mijntour gedaan, de old miner. Dit is vroeger een opaalmijn geweest en op sommige stukken in de mijn hebben ze nog grote stukken opaal in de rots laten zitten met een geschatte waarde van 50.000 dollar. En misschien zit er nog wel meer achter dus wij dachten gelijk van, sluit de tent en haal alles er uit!! $$$$
We hebben hier ook kunnen zien hoe de mensen die hier vroeger werkte, leefde en woonde onder de grond. Woonkamer, slaapkamer, badkamer, alles was nog precies hetzelfde. Daarna hebben we zelf nog gezocht naar opaal op een berg en ook wat gevonden! Dus wij dachten kassa…maar volgens de man van de opaalshop was het stukje maar 3 dollar waard..helaas!
Ook had Coober Pedy deze dag een jarige job. Dennis werd deze dag 26 dus daar moest een biertje op gedronken worden. Hebben savonds pizza gegeten en daarna een paar biertjes gedronken in een hotel met een bar onder de grond off course!
Uluru en Kings Canyon
Voordat we Coober Pedy uitreden zijn we vervolgens eerst naar de breakaways gereden, ongeveer 30 km de outback in. Hier hebben we mooie witte en gele bergen gezien. Ook hebben er hier het Dingo Fence gezien. Dit is een hek wat van west tot oost Australie is aangelegd om dingo en honden af te schermen van het boerenland en vee.
De volgende stop was de Uluru, engelse naam Ayers Rock. Dit is een hele grote oranje rots midden in de outback. We moesten hiervoor wel eerst 700 km rijden en de benzineprijzen werden langzamerhand steeds hoger, soms wel 1,75 per liter ( normaal 1,15). De weg naar de Uluru werd steeds rustiger en het landschap werd ook steeds meer rood. Dit is in de loop der jaren zo ontstaan door regen wat in het steen is gaan zitten en is gaan roesten door de zon.
Het viel ons op dat we op deze weg toch nog best veel dieren tegenkwamen in het wild. Koeien die opeens de weg overlopen, wilde paarden, kamelen. Ook stonden er geregeld reptielen langs de weg dus dan was het gelijk op de rem en even kijken. Je ziet heel veel Thorny Devils op de weg staan ( Stekelachtige Oranje met gele rug). Schijnt dat ze bloed uit hun ogen kunnen spuiten om vliegen te vangen. Wij snel foto’s gemaakt maar 5 min later reed een vrachtwagen over hem heen…
Een uur later kwamen we een Ghoanna van bijna 2 meter lang tegen die langs de weg stond. Echt een beest van TV die je nu eindelijk in het echt ziet. We zijn hem een stuk gevolgd ( wisten toen niet of die gevaarlijk was) en hebben een filmpje kunnen maken. Heel mooi beest!
Voor de rest hebben we veel grote roofvogels langs de weg gezien die vaak van dode dieren zoals kangaroo’s aan het eten waren. Veel australische mensen waarschuwde ons voor de vele kangaroo’s in de outback…hebben er geen 1 gezien….
Rond 6 uur savonds kwamen we aan bij de Uluru. Hier zaten al hele groepen mensen op stoelen te wachten om over ongeveer 2 uurtjes foto’s te kunnen maken. Met zonsondergang en zonsopgang schijn de rots het mooiste te zijn omdat hij dan veranderd van kleur. We zijn toen naar de rots gereden en was van dichtbij echt gigantisch groot. In het midden van de rots was een soort van klein meertje met wat palmbomen. We hebben savonds wat foto’s gemaakt en zijn toen doorgereden naar een tankstation ( Road House) waar we gratis konden kamperen.
De volgende dag zijn we weer vroeg ons bed uitgegaan en zijn gereden richting Kings Canyon. Dit is ook een grote berg midden in de outback maar anders dan de Uluru. Deze berg heeft verschillende lagen steen, eeen beetje Thaise stijl, sommige stukken lijken op tempels. Hier hebben we een walking track gedaan van 3 uur door de berg. We hadden hier gelukkig onze vliegennet bij ons, want zonder hadden we het niet overleefd. Soms zaten er wel 40 a 50 op je lichaam. Na een uur liepen we een stuk naar beneden en kwamen we uit bij een klein meertje ( soort Oase) met palmbomen en mooie vogels. Je kon hier ook zwemmen maar dat hebben we niet gedaan. Veel mensen bezoeken vaak alleen de Uluru maar de Kings Canyon was toch zeker wel veel mooier.
Hierna zijn we de auto ingestapt en wilden dezelfde avond nog in Alice Springs aankomen. Veel wegen daar in de outback hebben floot ways, dus sommige stukken weg lagen liggen lager. Na avonds 2 uur in het donker te hebben gereden ( met 70 km per uur) kwamen we aan in Alice Springs. Hier hoorden we een dag later dat de weg die we gister hadden gereden helemaal onder water stond door hevige regen. Hebben we toch weer even geluk gehad…
6 commentsAdelaide en een wijntje in de Barossa
Adelaide, de stad waar niet iedereen over te spreken is in Australie.. Al veel verhalen kregen we te horen dat het hier saai en uitgestorven is. Maar toch stond deze saaie stad op onze planning. We konden er niet omheen, Jeffrey zijn vader is hier namelijk opgegroeid en we wilden natuurlijk even zien waar dat dan wel niet was..
Adelaide is toch een stad waar zo’n 1.5 miljoen mensen wonen, je zou dan denken dat er toch wel wat te beleven valt. Gelukkg was dat ook wel het geval. De maand maart is namelijk de maand om in Adelaide te zijn, volop festivals en evenementen. We hadden dus geluk.
De eerste dag hebben een hostel gevonden en zijn we de stad gaan verkennen. De stad was levendig en heel gezellig. Alle terassen zaten vol, iedereen zat lekker te eten of gewoon gezellig een drankje te drinken. Ook liep de hele stad vol met 8000 politie en brandweermannen, deze mensen waren hier voor de 2007 World Police & Fire Games. Het 1 na grootste sport evenement van de wereld, alleen de olypische spelen is groter. Onze eerste indruk was dan ook gelijk heel goed, hoe kwam iedereen er toch biij dat het saai en uitgestorven was in Adelaide dachten we gelijk.
Na een half uurtje door het centrum gelopen te hebben liepen we tegen het eerste festival aan. We hadden geen idee wat voor festival het was, dus maar even een kijkje nemen. De entree was gratis dus we konden zo het festival terrein op lopen. Dit bleek het Fringe Festival te zijn. Hier hadden we wel wat over gelezen in de lonely planet, maar toch hadden we nog geen idee wat we konden verwachten. Het Fringe festival is geen muziek feest zoals wij gewend zijn in Nederland, maar het festival staat vol met acts van clowns, acrobaten en andere voorstellingen. We hier de hele avond doorgebacht, we zaten lekker Hollands aan de Heineken en Amstel en genoten van alle optredens.
Nadat we een aantal clowns en wat acrobaten hadden gezien, wilden we toch nog even het nacht leven in. Wij dus opzoek naar een club in het centrum. Bij een stoplicht spreken we de eerste beste jonge man aan en vragen waar we het beste naar toe kunnen gaan. Hij vertelde ons 2 goede clubs om naar toe te gaan, maar we moesten wel eerst onze flipflops omwisselen voor schoenen, anders zouden we niet binnen komen.
De nacht was weer gezellig en lang. Dat hebben de volgende dag geweten ook. Nadat we eindelijk ons bed uitkwamen en een pakje melk in de supermarkt gekocht hadden (Iets wat een dagelijks ritueel is geworden) zijn we opzoek gegaan naar werk. Ja, er moet ook gewerkt worden in Australie. We hadden gelezen dat Adelaide de plek is om druiven te plukken. Wij dus de harvest guide ingedoken opzoek naar telefoonnummers. Na heel veel heen en weer gebeld te hebben met boeren uit alle streken in de omgeving kwamen we tot de conclusie dat het niet ging lukken in Adelaide. Alle druiven waren namelijk al geplukt, het plukseizoen was weer over.
Nadat onze zoektocht naar werk mislukt was zaten we natuurlijk nog wel met onze kater. We dachten dat een beetje frisse lucht van de zee ons wel goed zou doen. Wij met de tram naar het strand in Glenelg. Het strand ligt ongeveer 30 min van het centrum met de tram. Glenelg is een gezellig klein plaatsje met allemaal leuke terrasjes. Maar daar hadden we op het moment niet echt zin in. We zijn naar het strand gelopen en hebben daar een beetje lopen hangen. We hadden elkaar deze dag niet veel te vertellen, je kan wel zeggen dat we echt 2 dooie lullen waren. Maar goed, voor alles is een oplossing. Dennis stelde voor om toch maar een biertje te gaan pakken op het terras. Dus wij een mooi plekje gevonden in de zon en toch maar weer dat ene biertje besteld. Het ging toen nog niet allemaal van harte, maar snel vrolijkte we een beetje op. We kregen wat aanspraak met wat locals uit Adelaide en al snel zat de hele tafel vol met mensen. De biertjes werden weer in een goed tempo gehaald en een uurtje of 3 later kregen we de vraag of niet met al die locals wilden stappen die avond. En ja wie ons een beetje kent…….. Daar zeggen wij natuurlijk geen nee tegen.
Het was die avond sint patricks day. 1 of ander ierse feestdag, wij dus met de hele groep naar een ierse pub. De hele straat was daar afgezet en er was een live band aan het optreden. We namen nog maar een paar biertjes en kletste er lekker op los. Daarna zijn we met een taxi naar het Fringe festival gegaan, waar een tent genaamd Soco was neergezet met erg goede house muziek, denk dat onze utrechtse vrienden en vriendinnen dit ook wel leuk hadden gevonden …Hier hebben we een tijdje genoten van een erg goed DJ. De rest van de avond hebben ze ons de leukere pubs en clubs van de stad laten zien. Rond 6 uur lagen we weer in bed. Deze dag was een goed voorbeeld hoe een te saaie dag kan veranderen in een dag die we niet snel meer vergeten. En dat allemaal door dat ene biertje….!!
De volgende dag hebben we onze was gedaan en lekker rustig aan gedaan. Dennis heeft een filmpie gekeken en Jeffrey heeft zijn mail gelezen en een verslag bij gewerkt. De volgende dag wilden we vertrekken uit adelaide, maar in de ochtend bedachten we ons ineens dat Harry wel eens nagekeken mocht worden. Hij moet immers de komende weken de outback door. Wij dus gelijk naar de Kmart garage opgezocht en een afspraak gemaakt voor een safety check. Een safety check kost niks hier, ze controleren alleen ofdat ze auto veilig genoeg is om de weg op te gaan. En als er mankementen zijn dan vragen ze je of je wilt dat het mankement gemaakt word. De volgende ochtend konden we pas terecht voor de check. Wij dus maar weer een nacht bijgeboekt, maar wel in een ander hostel, want we waren al gereed en uitgechecked om te vertrekken uit Adelaide. Deze dag moest dus maar weer gevuld worden, we besloten om ons maar een keer te verwennen in chinatown. Hier hebben we voor 6 dollar ons bord vol mogen gooien met allemaal lekker chinees eten. ’s avonds heeft Jeffrey zijn lievie in Nederland gebeld en Dennis is het terras opgegaan met Jo.
De laatste dag in Adelaide moesten we wachten totdat Harry gecontroleerd was. We hebben om de tijd op te vullen 2 fietsen gehuurd. Nou ja gehuurd, de eerste 2 uur kan je de fietst voor niks meenemen. Dus we hebben 2 uur lang gefiets langs een rivier in Adelaide. Na 2 uur hebben de we de fietsen weer terug gebracht en zijn we Harry op gaan halen bij de Kmart. Gelukkig kregen we te horen dat Harry niks ernstig mankeert, de banden waren wel aan het slijten, maar tot aan Darwin moest dat geen probleem zijn. Wij waren weer opgelucht en we konden onze reis weer voortzetten. De barossa valley was onze volgende stop. Anders dan de meeste mensen ons vertelde vonden wij Adelaide een hele leuke en gezellige stad.
Barossa Valley
De barossa valley is een heel bekend gebied in Australie, dit gebied staat bekend om zijn wijn. 200 jaar geleden hebben duiste imigranten hier de wijn vally opgezet. Wijnkenners schijnen nog al gek te zijn van de wijn die gemaakt word in de Barossa. Wij vonden het daarom zeker de moeite waard om dit gebied te gaan bezoeken. We zijn beide geen wijn kenners, Jeffrey is meer een lief hebber van wijn dan Dennis, maar we zijn in Australie om alles te doen wat er in ons opkomt. Dus wij hebben daar dan ook maar gelijk een wijntour geboekt.
Na het boeken van de tour zijn we naar een whispering wall gereden. We hadden gehoord dat dit een muur zou zijn waar je op een afstand van rond de 140 meter gewoon nog met elkaar kon praten. Nou dit was dus waar. De whispering wall is een grote dam en we konden daar op een afstand van 140 meter gewoon met elkaar praten. Het leek wel of er een microfoon met een box ergens hing. Jeffrey stond aan het einde van de dam en Dennis bij het begin. We hebben daar even een flinke discussie gehad, alles was zo duidelijk te horen.
De volgende ochtend werden we opgehaald vanaf de kamping waar wij verbleven. We zaten in een mooie space wagon met airco. De tourguide was een Aussie met duits bloed en samen met ons zat er nog een pools getrouwd ouder stel in de auto. Zij woonde wel al een geruime tijd in Australie, maar het poolse accent waren ze nog niet kwijt geraakt. De tour begon met een ritje door het gebied. We kregen de verschillende wijngaarden te zien en de tourguide vertelde ons wat over de history van de Barossa. De gehele dag zou gevuld worden met 5 verschillende wijnproeverijen. Rond een uurtje of 10 in de ochtend kwamen we aan bij de eerste wijnproeverij. Hier kregen wij wat informatie over de wijngaard en de history van de gaard. En toen werd dan eindelijk de wijn ingeschonken, we begonnen met een lichte champagne. Iedereen weet wel dat je bij wijnproeven de wijn uitspugt in een bak. Maar aangezien wij geen echte wijnkenners zijn hebben we alles maar geproefd en genoten van de wijn zoals het hoord …. Witte wijn, Rode wijn, rose en champagne… Van alles mochten we proeven wat we wilde. Onze tourguide ging maar zijn krantje lezen omdat wij maar aan de bar stonden en alles wilde proeven. We doen zo’n tour maar 1 keer dus we wilde van alle wijnen alles weten natuurlijk. Hoe smaken ze, droog of zoet, heeft de wijn een frutig smaakje of juist helemaal niet en hoe is de nasmaak van de wijn. Allemaal belangrijke punten als jullie een keer gaan wijnproeven, maar goed na 5 wijnproeverijen was het ons allemaal niet meer helemaal duidelijk, en alles smaakte voor ons gevoel heel ok. De beste die we wel kunnen herinneren is de wijn van de Gibson winery. De rose en de witte zijn ons het beste bijgebleven. Rond een uurtje of 5 heeft onze tour guide ons afgezet bij de kamping. We zijn weer een ervaring rijker. Nu denken jullie natuurlijk die 2 zijn in de tent gaan liggen en in slaap gevallen. Dat was niet het geval, nadat we lekker voor de tent gerelaxed hadden zijn we beide 30 min hard gaan lopen.
Vanaf hier gaan we verder richting het noorden. Port Augusta gaat onze volgende stop worden.
Foto’s van Adelaide
Foto’s van de Barossa Valley