Het is niet altijd rozengeur en Bananenschijn
Waar gewerkt word worden bananen gemaakt, dat is iets waar we wel achter zijn gekomen de afgelopen 3 weken. Het was inderdaad weer zover, na de grote trip door de outback en vele feestjes was het weer eens tijd om de bananen uit de mouwen te steken.
De eerste week in Cairns hebben gezocht naar werk. We zijn de vele uitzendbureau’s afgelopen en kregen al snel het gevoel dat we het daar niet moesten zoeken. Vele uitzendbureau’s zijn aangesloten bij het Australian Goverment en wij als backpacker konden daar helaas niet reageren op baantjes. We kregen wel wat adressen van uitzendbureau’s waar we wel voor zouden kunnen werken. Maar ook daar schoten we niet veel mee op. Het werk in de bouw was er bijna niet op dat moment en voor werk in een restaurant moest je een blue card hebben. Deze blue card konden we opzich wel halen, maar ook dat was natuurlijk niet voor niks. 80 dollar en een dag in een klaslokaal zitten. Maar ook dan hadden we nog geen garantie voor werk. Daar hebben we toen niet voor gekozen. Het leek er vanaf dit moment op dat alle wegen naar de fruitbomen leidde.
Stappen in Cairns was natuurlijk wel iets wat we niet konden laten lopen, het geld raakte dan wel heel snel op. Maar s’avond even een biertje pakken en lekker sociaal doen in de vele kroegen hoord er gewoon bij in een stad als Cairns. Door al dat sociale gedoe in de kroegen kwamen we in contact met een local uit Cairns. Na een biertje en wat geouwehoer kregen we van deze aardige jongen een telefoonnummer van een hostel in Innisfail, we zouden via dit hostel gegarandeerd kunnen werken op een bananenboerderij.
De volgende ochtend hebben we nog even goed nagedacht over dat bananenwerk. Maar ja we zaten toch echt krap bij banaan. En aangezien werk zoeken in Cairns hetzelfde was als een banaan zoeken in een hooiberg, besloten we dus maar om de tassen weer in te pakken en het bananenpad te kiezen, op naar Innisfail, de plaats waar ons bananen avontuur zal beginnen.
Na het weekend hebben we Harry weer klaargemaakt om te vertrekken naar Innisfail. Na een rit van ruim een uur door een betoverd landschap kwamen we aan in Innisfail. Innisfail is een klein dorpje wat voornamelijk leeft van de bananen en de grote suiker velden. Hier zouden we dus echt wel goed moeten zitten voor werk. Wij dus gelijk maar opzoek naar het hostel waar we een paar dagen eerder een telefoonnummer van hadden gekregen. Deze was zo gevonden, de eerste straat waar we inreden vonden we het hostel al. Helaas kregen we al vrij snel een “nee” te horen. Niet omdat er geen werk was, maar omdat er schijnbaar nog veel meer backpackers hetzelfde idee hadden als ons. Het hostel was gewoon vol. Gelukkig kregen we van de vriendelijke ierse vrouw te horen dat er nog een hostel was in het dorpje. Wij dus met volle moed daarheen gereden.
Het hostel waar we nu aankwamen heet de Walkabout. We zijn gelijk maar het kantoortje in gelopen en kwamen daar de eigenaar tegen. George heet deze vriendelijk man. We vertelde de man dat we opzoek waren naar werk, en kregen gelukkig een heel simpel antwoord van hem. “Dan zijn jullie aan het juiste adres”. Hij beloofde ons aan het werk te krijgen op een bananen boederij. George is de eigenaar van 2 hostels in Innisfail. Na een cycloon ruim een jaar geleden waren zijn hostels niet meer wat het was. De wc, douches, keuken en het kantoor waren met de grond gelijk gemaakt. Ook zijn 2e hostel heeft toen heel veel schade opgelopen. Na een jaar renoveren heeft George zijn 2e hostel “Retreat” weer kunnen openen. Alles was hier opgeknapt en klaar om alle backpackers weer te kunnen ontvangen. Zijn eerste en grootste hostel had nog steeds veel schade en de wc, douches en zijn kantoor waren te vinden in tijdelijke containers. Om die reden heeft George ons naar zijn 2e hostel gestuurd. Wij zouden de komende 3 weken in het hostel “Retreat” doorbrengen.
Na een korte rondleiding door het stadje (waar nog steeds heel veel schade was naar de cycloon) heeft George ons naar de Retreat gebracht. Het hostel zag er echt heel goed uit. Geen luxe, maar allemaal netjes en een zwembad in de tuin was natuurlijk iets wat we wel lekker vonden. Omdat het gehele hostel aan het werk was zijn wij maar eerst de stad gaan verkennen. Werk kleren hadden we nog uit onze peren tijd. Ook hebben we deze dag onze eerste Australische bankrekening geopend.
Terug in het hostel zagen we onze hostel genootjes voor het eerst. Ze zaten met z’n alle lekker een biertje te drinken op de stoep voor het hostel. We zagen ook gelijk wel wat voor werk ons te wachten stond de komende 3 weken. Het leken wel een stel straat kinderen die al weken niet gedouched hadden. Het had wel wat, achter de vermoeide gezichten was iedereen toch heel erg vrolijk, waarschijnlijk deed dat biertje en een gezellig gesprek ieder heel erg goed.
Onze kamer voor de komende 3 weken was gevuld met 1 ierse, 3 engelse, 2 japanse en 2 canadese dames. Altijd even afwachten natuurlijk hoe iedereen is, maar we hebben echt een hoop lol gehad met deze dames. Verder was iedereen in het hostel heel erg aardig. We voelde ons gelijk thuis en dat was wel belangrijk voor ons, we moesten daar toch 3 weken blijven.
Dezelfde avond kwam George ons al melden dat we de volgende dag konden beginnen. Wij waren natuurlijk helemaal blij. Dat was nog sneller dan dat hij ons beloofd had. Geen woorden maar bananen, en daar houden wij wel van. Wij hebben ons papier werk die avond allemaal inorde gemaakt, de laatste puntjes op de banaan gezet en waren helemaal klaar om de volgende dag te werken in de bananen. Na een paar biertjes hebben we ons bed gezocht om een banaantje te knappen.
De eerste 2 weken hebben we allebei op andere boederijen gewerkt, hier een paar voorbeelden van het werk wat we verricht hebben. We willen niet al teveel bananen vuil maken aan dit werk dus we houden het kort:
Bananen taken:
Cutting:
De eerste 2 dagen mocht Dennis aan de lopende band staan. Alle bananen moesten afgesneden worden in trosjes van 7 bananen. Ook moesten alle ongeschikte bananen, bananen met een rottende plek of wat dan ook er uit gepikt worden.
Dieselen:
Wat wil dat zeggen, nou gewoon de gehele dag tussen de bananen bomen lopen en met een soort van injectie pistool alle overbodige afgekapte bananenboomjes vol spuiten met diesel en/of kerosine. We hebben beide dit werk mogen doen en zijn weer een ervaring rijker. Onze kleren waren aan het eind van de dag helemaal vies van de diesel dus was het lekker een uur in de bananen stinken.
Hanging:
Dit werk hebben we beide gedaan, Dennis 2 weken gedaan en Jeffrey 1 week. De laatste week hebben dit werk samen kunnen doen. Wat houd “Hanging” precies in? De gehele dag door worden er trossen bananen binnen gereden op grote trailers. Al deze trossen moesten worden opgehangen aan een rails,en om elke meter moest er een bananen tros worden opgehangen. We hadden een vrouwelijke supervisor die alles in de gaten hield en werd er niet vrolijker op als we 1 haak oversloegen. Haar motto was elke minuut van de dag: gaan met die banaan!!
Delieving:
Dit werk hield in: de bananenbomen onderhouden door verotte takken af te snijden. Jeffrey mocht dit 4 dagen doen, wat niet verkeerd was, want het werk was heel simpel. Het was uren lang per dag tussen de bananenbomen lopen in de hete zon, maar het voordeel was dat je muziek kon luisteren en je wat relaxter aan kon doen af en toe zonder dat iemand je in de gaten hield.
Humping the Bananas:
Dit is wel 1 van de zwaarste baantjes die er te vinden zijn in de bananen. Eentje hakt rustig de boom om en de ander vangt de bananentros op op zijn schouder. De trossen varieren tussen de 50 en 80 kilo. Vervolgens loop je met de tros bananen op je nek naar de trailer die soms 20 meter verderop staat. Vaak ligt er regenwater op de plastic zakken die over de trossen hangen, maar dit bestaat dus ook vaak uit rattenpis, lekker! Onderweg is het niet makkelijk lopen omdat je veel gaten in de grond hebt of soms een spinneweb inloopt van 4 meter breed. De 2e dag werden de trossen even te zwaar voor Jeffrey en door zijn rug is gegaan. Na 4 dagen zo krom als een banaan gelopen te hebben was dit dus ook gelijk het einde van het humpen.
Na 3 weken gewerkt te hebben besloten we te stoppen en hier hoort natuurlijk een feestje bij! De laatste vrijdagavond hebben we daarom nog een hele gezellige mexican party mee kunnen maken met alle mensen uit het hostel. Iedereen had mexicaanse kleding aan en ook de tequilla kon natuurlijk niet ontbreken.
Crocodil Farm
We zijn dit weekend nog in het hostel gebleven en hebben op de zaterdag de Crocodil Farm in Innisfail bezocht. Dit is de grootste farm te zijn in Aussie waar de meeste krokodillen gefokt worden. We kregen hier als groep een rondleiding door 3 farmers, en liepen langs diverse tuinen waar de krokdillen vervolgens gevoerd werden met stukken vlees. De grootste en dikste krokodil op de farm was ‘Gregory’ van 5,4 meter lang. De saltwater crocodiles zijn veel agressiever dan de freshwater crocodiles en vallen mensen veel sneller aan. Bij de mannelijke krokodillen is er ook een onderlinge strijd over de vrouwtjes. Op de farm ligt een klein meertje waar 12 vrouwelijke krokodillen leven en 1 mannetje…lucky bastard! Op de terugweg hebben we ook nog honderden kleine krokodilletjes gezien die daar gefokt worden in grote barakken.
Hier hebben we ook de mogelijkheid gehad om zelf een krokodil vast te houden, echt heel raar! Ook slangen en reptielen hebben we in ons handen gehad. Krokodilletjes zijn hele lieve diertjes om vast te houden, maar ook lekker om opgegeten te worden. Als toetje van de dag hebben we daarom voor het eerst krokodil gegeten…erg lekker!
Op de maandag zijn vertrokken uit Innisfail en vanaf dit moment zullen we de laatste 6 weekjes relax doorbrengen in Australie, en veel leuke dingen gaan doen aan de Oostkust!
1 ding is zeker….na bananenregen komt zonneschijn….
5 comments